Een vol hoofd
Jan komt uit school, zijn wangen zijn rood en hij praat wat sneller en harder dan anders. Zijn moeder vraagt, gaat het wel Jan? “Nee eigenlijk niet mam, we hebben veel gedaan op school, ik moest heel stil zitten en de andere kinderen in de klas waren ook heel druk!” Het lijkt wel alsof er allerlei auto’s door mijn hoofd heen rijden en ze allemaal tegelijk uit de bocht vliegen!
Misschien herken je het wel dat je kind last heeft van bepaalde prikkels en het emmertje op een gegeven moment letterlijk “overloopt”. Niet elk kind kan dit even goed aangeven, daarom is het fijn om de signalen te leren herkennen.
CORONA
Deze situatie vergt veel van ons, volwassenen en kinderen. Elke keer moeten we ons aanpassen aan de situatie en de onduidelijkheid die dit met zich mee brengt:
- Wel of niet naar school?
- Moet ik me laten testen?
- Hoe lang duurt dit alles nog?
Een kind wat al snel overprikkeld is kan nu nog meer spanning ervaren.
WAT IS NU EIGENLIJK EEN “VOL HOOFD”?
Als metafoor wordt iemands hoofd met AD(H)D, HSP of autisme nog wel eens vergeleken met een emmer, zoals ik hierboven ook al deed. Maar waarmee is de emmer dan gevuld?
- Bijvoorbeeld doordat een kind te hard zijn best moet doen om zich aan te passen aan wat er van hem of haar verwacht wordt. (HHH of te wel Hoe Het Hoort) Dit zorgt vaak voor extra spanning.
- Omdat een kind vaak te horen krijgt dat hun gedrag niet gewenst is gaat het sneller in de “aanval” (negatieve aandacht is ook aandacht) . Of juist op de “laat maar het heeft toch geen zin” stand. Vroeg of laat leidt dit tot allerlei klachten als gevoel van onveiligheid, extreme stemmingswisselingen, gewichtstoename of juist afname, slaapproblemen, chronische vermoeidheid, fysieke pijn ea.
- Disbalans van het autonome zenuwstelsel (regelt oa de ademhaling & spijsvertering). Dit zorgt voor een toename van extra prikkels in het hoofd van een kind.
BALANS IN JE HOOFD OF NIET?
Als alle breindelen goed werken ervaren we balans. Je kind neemt sneller informatie op, en kan beter onthouden of leren. Als er geen balans is heeft een kind continue het gevoel “aan te staan”. Kenmerken die hierbij horen zijn: Hoge hartslag, hoge soms oppervlakkige ademhaling, angstig, niet stil kunnen zitten/ friemelen, rusteloos, stemmingswisselingen, slecht slapen.
Dit kan uiteindelijk zorgen voor chronische klachten als spijsverteringsproblemen of zelfs pijn. Het lichaam moet extra hard werken. Je kind helpen om te kunnen ontspannen is hier dan ook heel belangrijk!
Of een kind kan juist heel passief zijn en moeilijk in beweging te krijgen. Je kind: geeuwt veel, voelt zich lusteloos, misschien wel depressief, heeft een slechte spijsvertering, afgevlakte gevoelens, ervaart sneller lichamelijke pijn, of komt bijvoorbeeld slecht in slaap.
WAARAAN HERKEN JE EEN KIND MET EEN “VOL HOOFD?”
Zoals al eerder gezegd kunnen niet alle kinderen even goed aangeven dat hun hoofd “vol zit”. Hieronder noem ik nog een aantal dingen waaraan jij als ouder dit kunt herkennen:
Het lukt je kind niet goed meer om te vertellen over wat je denkt of voelt
Je kind vergeet sneller namen of woorden
Het lukt je kind niet goed meer om bijvoorbeeld een som op te lossen / een toets te maken
Je kind krijgt sneller ruzie
Je kind is sneller geïrriteerd en kan niet meer tegen een grapje.
Of wordt juist stiller en ziet bleek
Je kind moet meer zuchten
Het hoofd van je kind wordt warmer en ziet rood
Je kind heeft moeite om te lezen wat er staat
Je kind zijn hoofd voelt zwaar en wil deze graag op zijn handen laten rusten
Slechte concentratie
Je kind begrijpt niet goed meer wat andere mensen zeggen.
Hij of zij hoort het wel maar het gaat langs hem of haar heen.
WAT HELPT?
Als jij als ouder de signalen van een vol hoofd sneller leert herkennen kun je je kind ook verder op weg helpen. Hoe fijn is dat, voor je kind maar ook voor de rust in het gezin?
Geef je kind de rust, ruimte en tijd die het op dat moment nodig heeft om te kunnen ontspannen. Er zijn een aantal leuke oefeningen die je kind verder op weg kunnen helpen! Waaronder ontspannings- en ademhalingsoefeningen. Of vul samen een emotie thermometer in, zodat je precies weet wanneer je kind zich fijn voelt of niet en wat hem of haar helpt.
Help je kind om te kijken wat wel werkt voor hem of haar in plaats van dat je kind zich voortdurend aan moet passen aan zijn omgeving.
En kom je er zelf niet uit? Dan help ik je graag verder te kijken wat wel lukt.